Voor het eerst heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een uitgebreide studie laten uitvoeren naar de status van de digitale infrastructuur in Nederland. Het resultaat is een boeiend rapport dat zowel enkele positieve aspecten als enkele donkere wolken op de horizon belicht.
Laten we met het positieve nieuws beginnen: de digitale infrastructuur van ons land verkeert in goede conditie. Zowel mobiele telefonie als internet functioneren vrijwel altijd goed, zowel voor particulieren als bedrijven. De infrastructuur is niet alleen uitgebreid, maar ook robuust.
De sector draagt bovendien aanzienlijk bij aan de economie. De circa 400 bedrijven in deze sector, waaronder telecombedrijven, internetknooppunten, datacentra en cloudaanbieders, vertegenwoordigen ongeveer 24,2 miljard euro, wat overeenkomt met zo’n 2% van het totaal. Dit ecosysteem versterkt zichzelf: de goede infrastructuur trekt bedrijven aan, die op hun beurt een stimulans vormen om de infrastructuur verder uit te breiden. Het rapport schat dat, met alle toeleveranciers meegerekend, ongeveer 200.000 mensen werkzaam zijn in de digitale sector. De impact op en bijdrage aan andere sectoren is uiteraard nog aanzienlijk groter.
Bovendien gebeurt dit op een duurzame en efficiënte wijze. De complete digitale infrastructuur beslaat slechts een beperkt fysiek oppervlak (0,02% van het Nederlandse grondgebied) en heeft een beperkte ecologische voetafdruk. Ondanks het 24/7 intensieve gebruik, verbruikt de sector volgens het onderzoek minder dan 1% van alle energie (0,65%). De groei van het dataverkeer heeft ook geen grote impact op het milieu, omdat de winst in efficiëntie van de apparatuur ruimschoots de toename compenseert.
Het kabinet besteedt in het rapport tevens aandacht aan nieuwe ontwikkelingen, met name op het gebied van weerbaarheid en veiligheid, die lang onderbelicht zijn gebleven. Het beschermen van zeekabels wordt als voorbeeld genoemd, waarbij de minister erkent dat deze “onzichtbare ruggengraat” van de infrastructuur alleen maar crucialer zal worden.
Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat): “We staan in het mkb, in de industriële productie en thuis als consument nog maar aan het begin van ongekende digitale ontwikkelingen. Slimme autonome apparaten en machines, kunstmatige intelligentie, betere toegang tot en gebruik van data en quantum internet. Het zijn zomaar enkele voorbeelden die straks een meer dan excellente infrastructuur vereisen.”
Maar de minister zegt ook “Er is dus nu nog voldoende kwaliteit en capaciteit in Nederland. Het onderzoek laat echter ook zien dat we er weinig prioriteit aan willen geven, terwijl bedrijven en consumenten niet zonder kunnen. Tegelijkertijd zijn andere landen binnen en buiten Europa juist aan het versnellen met digitalisering. Daarom moeten we meer gaan investeren in de digitale infrastructuur om te blijven verbeteren en verder te verduurzamen.”
Het rapport benadrukt dat de sterke positie van Nederland onder druk staat door het gebrek aan prioriteit voor investeringen en de complexe, gefragmenteerde regelgeving die de bouw van nieuwe infrastructuur onnodig vertraagt of zelfs tegenhoudt.
Erik Bais, voorzitter van Dutch Cloud Community (DCC), voegt hieraan toe: “Dutch Cloud Community onderschrijft de conclusies van het rapport. We willen benadrukken hoe belangrijk het is dat de regering ook op de lange termijn een consistent en voorspelbaar beleid voert, om investeringen mogelijk te maken en bedrijven in staat te stellen de juiste infrastructuur op te bouwen voor de langere duur, waarmee ons land de digitalisering kan voortzetten die zowel de samenleving als de economie nodig hebben.”
Wil je het volledige rapport ‘Staat van de Digitale Infrastructuur’ lezen?
